Politie-beambte klaagt Santokhi aan
NANCY DE RANDAMIE
16-09-2008
Minister Chan Santokhi van Politie en Justitie lijkt nog verder in de problemen te raken. Nadat maandag 15 september een kort geding van de minister tegen NDP-leider Desi Bouterse was gestart, wordt nu Santokhi zelf voor de rechter gesleept.
De door Santokhi in augustus dit jaar teruggefloten hoofdinspecteur en gewestelijk politiecommandant van het rijstdistrict Nickerie, George Biervliet, maakt een rechtszaak aanhanging tegen Santokhi. Biervliet's advocaat Stanley Marica diende bij het Openbaar Ministerie het verzoek in de minister aan te klagen wegens aantasting van zijn goede naam, reputatie en maatschappelijke positie.
Santokhi floot Biervliet begin augustus terug als gewestelijk politiecommandant omdat hij nauwe banden zou onderhouden met drugscriminelen in het rijstdistrict. Directe aanleiding was dat Biervliet, na een zoektocht van uren, uiteindelijk 'op bezoek' gevonden werd in het huis van een in Suriname bekende drugscrimineel. Santokhi achtte dit vooral 'te ernstig om te accepteren', verweet Biervliet 'ernstig plichtverzuim', waardoor de hoofd-inspecteur het veld moest ruimen. Met deze handeling zei Santokhi 'een daad te willen stellen richting alle hoge politiefunctionarissen' en naar een schoon politiekorps te willen gaan.
Segebai
Het was de kwestie Biervliet die Bouterse op zijn beurt verleidde tot het onthullen van de kwestie Santokhi-Segebai. Volgens Bouterse wees de justitieminister onterecht Biervliet terecht, te meer omdat Santokhi's eigen handel en wandel niet geheel in de haak zouden zijn.
De in augustus in Amsterdam geliquideerde drugscrimineel Segebai, alias van August Adjoeba, verkocht in november 2006 aan Santokhi's echtgenote een perceel met daarop een huis. Bouterse wist de notariële koopakte op de kop te tikken en onthulde dit enkele weken na het incident-Biervliet, tijdens een partijvergadering in Coronie.
Stanley Marica, de advocaat van Biervliet, zei tegenover journalisten dat de zaak die hij aanhangig maakt namens zijn cliënt, niets te maken heeft met de Segebai-case, noch met het kort geding dat Santokhi tegen Bouterse aanspande. De aanloop naar het aanhangig maken van de zaak tegen Santokhi nam volgens Marica 'wat tijd in beslag', omdat eerst andere zaken van zijn cliënt, de nasleep van het terugfluiten door Santokhi, eerst dringend in orde moesten worden gemaakt.
